De melding over Wim* kwam anoniem binnen. Het ging om een alleenstaande boer, bijna zestig, met een melkveebedrijf van zo’n honderd koeien. Volgens de melder was de situatie op het bedrijf zorgwekkend: de koeien waren veel te mager en er was niet alleen bezorgdheid over het welzijn van de dieren, maar ook over Wim zelf.

Eerste indruk

We maakten telefonisch een afspraak met Wim om zijn bedrijf op korte termijn te bezoeken. Zo gezegd, zo gedaan. Nadat we ons hadden voorgesteld en onze bedoelingen hadden uitgelegd, keek Wim ons kort aan en knikte alleen. In stilte liep hij voor ons uit, richting de stal. Zijn houding maakte indruk – alsof hij het allemaal over zich heen liet komen, alsof het hem niets kon schelen.

De koeien stonden stilletjes aan het voerhek. De voerbak was leeg, het voerhek versleten en de boxen waren oud. De drinkwaterbakken zagen er slecht uit. En opvallend: de dieren loeiden niet. Ze waren rustig. Te rustig. Alsof ze gewend waren om te laat of soms helemaal geen voer te krijgen.

Een boer in stilte

Ook bij het jongvee en de kalveren was de situatie zorgelijk. Toen we later hoorden dat de melkproductie laag was, verbaasde dat ons niet. Tijdens het eerste gesprek met Wim deelden we onze observaties en zorgen. Hij luisterde gelaten. Hij was een introverte man, vertelde weinig, gaf korte antwoorden. Geen boosheid, geen verdriet, maar een vlakke houding. Het raakte ons – deze man leek uitgeput, van binnen stilgevallen. De communicatie was vooral eenrichtingsverkeer, maar we gaven niet op.

We gaven hem een beknopt advies: begin met de basis. Zorg voor voldoende voer en water. Repareer de meest urgente zaken in de stal.

Vervolgbezoek

Twee weken later bezochten we het bedrijf opnieuw. Er was weinig veranderd. Onze zorgen namen alleen maar toe. De voorraad voer was beperkt, het graslandbeheer liet te wensen over en door de lage melkproductie verslechterde ook de financiële situatie.

We vroegen hem of hij hulp kon gebruiken. Hij keek ons aan en zei zachtjes: "Eigenlijk wel.. maar ik weet niet bij wie." Familie viel af. Toen hebben wij het initiatief genomen.

Samen aan de slag

Met Wim’s instemming hebben we de bedrijfshulp gebeld. Ook een voeradviseur en de dierenarts hebben we betrokken. Samen maakten we een plan van aanpak: minder koeien, betere verzorging, en daarmee ook een betere productie. Minder dieren betekende minder werk, minder voertekort, minder mestoverschot én betere bedrijfsresultaten.

We vroegen de buurman, ook boer, een oogje in het zeil te houden. Die kende Wim goed. Hij wist dat Wim weinig terug zou geven, zelfs geen bedankje. Maar hij deed het toch.

Enkele maanden later was de situatie zichtbaar verbeterd. In de wei waren de koeien weer op conditie. "Dit willen we zien," dachten we.

Naar de toekomst

Toen kwam de volgende vraag: hoe houden we dit vast? “Weet ik eigenlijk niet,” zei Wim. We vroegen: “Zou een samenwerking iets voor jou zijn?” Tot onze verrassing antwoordde hij: “Ja.” Wij kenden via het project ‘Boer zoekt boer’ een jong stel dat een boerderij zocht. We brachten het idee ter sprake. Het zaadje was geplant en kiemde vlot.

Van hulp naar overname

Als Vertrouwensloket zat onze rol erop: andere adviseurs namen het stokje over. Contact werd gelegd. Gesprekken volgden. Er werd gerekend, ondernemersprofielen opgesteld. Het stel draaide een stageweek mee en zei toen: “We durven het aan.”

Er werd een VOF opgericht, met duidelijke afspraken over overname. Wim liet stap voor stap meer aan het jonge stel over: melken, voeren, voederwinning, administratie. De veestapel werd omgevormd naar een duurzame, toekomstgerichte kudde met een ruim bovengemiddelde productie per koe.

Een nieuwe toekomst, dankzij één melding

De koeien doen het nu goed. Het jonge stel – inmiddels met drie kinderen – staat stevig in hun schoenen en gaat vol energie de uitdagingen aan die elke jonge melkveehouder kent in deze tijd.

Soms begint een nieuw toekomstperspectief simpelweg met een alerte signalering over vermagerde koeien van een bezorgde medemens.

En Wim? Het gaat goed met hem. Hij komt nog af en toe op het bedrijf kijken. Hij bedankte ons achteraf. Niet met veel woorden, maar met een eenvoudige zin: “Bedankt dat jullie kwamen.” Het betekende veel. Voor hem, en ook voor ons.

 

*Naam gefingeerd ter bescherming van de privacy.

Deze geanonimiseerde casus wordt gedeeld ter illustratie van onze aanpak en om inzicht te geven in de manier waarop wij veehouders ondersteunen.