Dierenwelzijn is een belangrijk aandachtspunt voor de Nederlandse schapen- en geitenfokkersorganisatie (NSFO). Op 23 juni jl. ondertekende NSFO het afsprakenkader met het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren. Dit loket heeft als doelstelling verminderde zorg voor dieren vroegtijdig te signaleren en een halt toe te roepen en veehouders die het overkomt weer op het juiste spoor te krijgen.

Reinard Everts, algemeen directeur van NSFO, plaatste tijdens een ALV samen met Ankie de Jong, Vertrouwensloket-coördinator, zijn handtekening onder deze intentieverklaring. Daarmee onderstreept NSFO aandacht te hebben voor preventie en signalen van verminderde dierzorg en wil hierin gezamenlijk op trekken.

Preventie en aanpak verminderde dierzorg

Everts: “Als belangenorganisatie voor schapen- en geitenfokkers ondertekenen wij enerzijds dit document als blijk van waardering voor het goede en nuttige werk van het Vertrouwensloket. Maar anderzijds omdat de NSFO zich achter de afspraak schaart om onze verantwoordelijkheid te nemen in de preventie en aanpak van verminderde dierzorg in onze sector. Dat vinden we belangrijk, omdat daardoor vaak schrijnende situaties voor mens en dier voorkomen kunnen worden.”

Zorgen bespreken of melding doen

De Jong: “Het uitgangspunt van het Vertrouwensloket is dat geen schapenhouder zijn dieren moedwillig slecht verzorgt. Vaak spelen problemen van persoonlijke aard waardoor de dierzorg in het geding komt. De hulp die het Vertrouwensloket aanbiedt bestaat uit bijvoorbeeld het geven van advies over de verzorging van de dieren of financieel advies. En er kunnen andere vormen van (maatschappelijke) hulp worden ingeschakeld. Het Vertrouwensloket is blij dat de NSFO, net als 26 andere erfbetredende organisaties, zich uitspreekt om in een vroeg stadium afwijkende situaties te willen signaleren. Daarmee zijn zij van groot belang voor de preventie en aanpak van dierverwaarlozing. Erfbetreders (dierenartsen, voerleveranciers) kunnen hun zorgen bespreken met het loket of een melding doen over het welzijn van beroepsmatig gehouden geiten en schapen en de veehouders bij dit landelijke meldpunt.”